Hoe zal ik eens beginnen…. Dhr G. kwam 5 jaar geleden bij ons in zorg, en ik werd zijn account verantwoordelijk verzorgende. Dhr is erg verward en dementerend. De diagnose Alzheimer is door de geriater gesteld. Dhr woont alleen, is nooit getrouwd geweest, heeft geen kinderen, alleen nog een broer en schoonzus die eens per week langs komen.
Het is vreemd om mee te maken, hij herkent niemand, weet niet meer welke dag het is, of het avond of ochtend is, of het zomer of winter is….
Na 5 jaar zegt hij nog steeds netjes: “dag mevrouw” bij mijn komen en gaan. Echt een band opbouwen kan niet meer met deze man. Hij leest zijn krant, maakt zijn kruiswoordpuzzel, maar heeft geen idee wat hij leest of opschrijft.
Zijn manier van wonen word gevaarlijker en gevaarlijker. Het gas was aan gelaten, dus het kook-gas wordt afgesloten. Volgend probleem doet zich dan weer voor, het is Dhr niet meer aan te leren hoe de waterkoker werkt. Dus alleen koffie en thee wanneer er thuiszorg is. Dat is drie maal per dag. Dhr begint te verdwalen eerst buiten, dus gaat hij niet meer naar buiten… Daarna in zijn eigen flat, diverse malen heb ik hem nadat hij zijn krant uit de brievenbus was gaan halen, van de verkeerde etage af gehaald. Op zoek naar zijn voordeur. Zijn benen worden dik, en hij moet gezwachteld worden van de huisarts, maar Dhr haalt de zwachtels er steeds vanaf.
Gesproken met familie, casemanager, en zijn curator we vinden het allemaal beter als Dhr gaat verhuizen naar een verpleeghuis. Hij wil er niets van weten… Hij blijft thuis!
Het is zelfs zover dat Dhr niet meer weet hoe het licht uit moet. Het licht aandoen weet hij wel met de lichtschakelaar, maar uit? Dan weet je dat een klein broos meneertje van 89 jaar voor hij naar bed gaat, op een stoel klimt, en de peertjes los draait! Die wij zijn verzorgende van de thuiszorg ’s morgens weer vast draaien…
De tijd komt dat er over gedwongen opname gesproken word. Dhr lijkt zich vast te bijten in een zinnetje, “Geen sprake van, ik blijf thuis wonen”. De GGZ stuurt een sociaal psychiatrisch verpleegkundige die ook wekelijks langs komt. Wat mij ook nog eens beangstigd, hij laat iedereen naar binnen. “Je zal hier wel moeten zijn…” zegt hij dan.
Na vele rapporten, en het opbouwen van een behoorlijk dossier, komt het zover dat er een rechterlijke machtiging wordt aangevraagd. Samen met de curator, de sociaal psychiatrisch verpleegkundige, de toegewezen advocaat, want het gaat om een weder rechterlijke vrijheidsbeneming, en ik wachten we met z’n allen op de rechter en zijn griffier. Dhr snapt er niets van en wil dat we weggaan.
De rechter legt uit wat hij komt doen, en vraagt of Dhr weet wat er aan de hand is. Hij haalt alleen maar z’n schouders op. De rechter verteld dat Dhr Alzheimer heeft, een ziekte waarbij je veel dingen vergeet. Waarop Dhr antwoord : “Nou dan ben ik dat zeker vergeten!” We kijken elkaar aan en schieten in de lach, zijn humor heeft hij nog wel! De rechter vraagt mij honderduit en zegt voordat hij gaat na een uurtje dat zijn uitspraak is, dat Dhr binnen veertien dagen opgenomen moet zijn.
Er is binnen tien dagen een plek voor Dhr in Overrhijn. Op de dag van opname komen de curator de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en ik samen bij Dhr om op de ambulance te wachten. Ik heb hem aan een kop koffie gezet en een koffer voor hem gepakt. Met zijn toilet spullen, zijn eigen scheerkom en kwast, ondergoed, pyjama’s, kleding en vooral zijn puzzelboekjes en potloden. Dhr is zenuwachtig en vraagt steeds wat we komen doen. Ik vertel hem dat we op nog iemand wachten…
Daarna als de ambulance, bijna een uur later dan de bedoeling is, komt zeg ik dat we zo ALLEMAAL weggaan. Even zegt hij niets en vraagt dan :”Allemaal? Ik ook?” Jazeker U ook. De broeders komen binnen, de officiële papieren worden overhandigd. Dhr moet tegen zijn zin in meegenomen worden. De ene broeder staat naast hem, de brancard staat op de gang, dhr begint op zijn manier te schreeuwen en te schoppen en slaan. Ik voel een brok in mijn keel opkomen. De andere broeder haalt de brancard naar binnen, en Dhr wordt stevig vastgebonden helaas…..
Ik leg zijn jas over hem heen om de buren de aanblik te besparen van een vastgebonden buurman… Zijn koffer gaat mee. Ik neem zijn rollator mee naar beneden, die gaat met hem mee met de ambulance. En ik fiets achter hem aan naar Overrhijn om de overdracht persoonlijk te doen, er is immers geen familie. Zijn persoonlijk begeleider daar, kan ik van veel nuttige informatie voorzien, over eet gewoontes enz. Die is daar blij mee. Dhr is helemaal verward en zegt alleen nog dood te willen. Hierna fiets ik met een somber en rot gevoel weg. Heb ik het wel goed gedaan? Had die man niet gewoon thuis kunnen blijven? Op het laatst van je leven door vijf wild vreemden je huis uit gedragen worden… Wat heb ik getwijfeld. Aan mezelf, aan het systeem in onze samenleving. Pfff ik heb er zelfs rot van geslapen.
Veertien dagen later ben ik langs gegaan. Gewoon voor mezelf, want Dhr weet echt niet wie ik ben. Eerst heb ik gesproken met zijn verzorgende, hij eet goed en in de huiskamer met andere mensen, z’n benen zijn gezwachteld, hij heeft het niet meer over z’n huis en hij is die dag voor het eerst naar beneden naar de dagbesteding. Stil heb ik daar om een hoekje staan kijken, hij zit te luisteren naar een activiteitenbegeleider die de krant voorleest, samen met een andere meneer.
Als hij opkijkt en me ziet, glimlacht hij en zegt :”Dag mevrouw”. Het voelt of ik de hoofdprijs heb gewonnen!
6 Reacties op Speciale mensen VII